ik ben laatst in köln geweest, en heb daar oorbellen gekocht, en daar heb ik helemaal mee geknutselt enz tot ze heeeel leuk waren en nu heb ik ze dus laten liggen bij basketbal! echt ****!
ik was laatst in Rotterdam, had ik nieuwe oorbellen gekocht van leer, met een slangen printje erin.. daar ben ik namelijk gek op! (ik heb er ook schoenen van bytheway) en die heb ik op school verloren! en daar zaten nog 2 paar oorbellen aan, die heb ik bij marij laten liggen toen ik daar sliep! dus één grote chaos, nu moet ik ook nog percé mijn geschiedenis leren anderds moet ik naar kader, nou dat wil ik dus echt nevernevernever! dus ik moet echt mijn best doen!
ik was laatst ook in lelystad, en daar heb ik mn kans voor nieuwe basketbalschoenen laten vallen.. nouja, ik denk dat ik maar weer geschiedenis ga leren.. ik zet ff voor de fun 1/6'e van mijn samenvatting erop!
*Kapitalisme: Geld in fabrieken investeren met de bedoeling winst te maken
*Groot-Brittannië, Duitsland en België waren eerder met industrialisatie dan Nederland, het aantal
fabrieken met stoommachines groeide in die landen sneller, vooral in de steden.
*Landbouw en (huis)nijverheid waren in Nederland nog steeds de belangrijkste middelen van bestaan.
*in kleine werkplekken of in huis maakten mensen goederen op bestelling, de weinige machines werden toen aangedreven door wind en/of water.
*Ons land was nog een agrarisch stedelijke samenleving.
*de industrialisatie van Nederland begon pas in de tweede helft van de 19e eeuw.
*de ontwikkelingen daarvan waren:
de infrastructuur werd verbeterd: spoorwegen,waterwegen werden uitgebreid.
mechanisatie: er kwamen nieuwe producttechnieken in de katoennijverheid metaalindustrie scheepsbouw. En uitvindingen als de verbrandingsmotor, elektriciteit, telegraaf en telefoon zorgden voor modernisering van de industrie.
*koloniën waren ook gunstig, daar kon je voordelig grondstoffen vandaan halen.
*rond 1900 werkten voor het eerst meer mensen in de industrie dan landbouw.
*door de industriële revolutie was Nederland een industriële samenleving geworden.
*Nederland industrialiseerde later omdat toen België zich van ons afscheidde verloren wij ook de steenkoolmijnen en hoogovens die daar al waren. Veel Nederlandse ondernemers aarzelden lang om die dure buitenlandse machines te kopen, zij investeerden hun geld liever in oude vertrouwde bedrijven.
*Door de komst van de fabrieken veranderden de arbeidsomstandigheden ingrijpend.
*Fabrikanten wilden zo veel mogelijk winst maken te maken door de productiekosten laag te houden.
*arbeidsdeling: dan maakten de arbeiders geen compleet product maar een onderdeel daarvan, dan was het werk simpel en eentonig.
*in de steden hadden ze meer arbeiders nodig voor de massaproductie dan op het platteland door de agrarische revolutie
*de agrarische revolutie houd in: nieuwe ontginningen en de toepassing van kunstmest en machines, dat leverde de landbouw meer voedsel op. en de bevolking groeide, veel mensen trokken van het platte land naar de steden (migratie) opzoek naar werk in fabrieken, dit noemden ze verstedelijking.
*de vrouwen en kinderen, die nog minder verdienden dan mannen, moesten meewerken om het gezin rond te krijgen.
*er waren geen wetten voor de arbeiders en ze hadden geen invloed op de industrie en politiek, arbeiders durfden ook niet te protesteren omdat er genoeg werklozen waren die hun werk zouden willen hebben!
*de overheid zorgde ook niet voor sociale voorzieningen,
* een zieke of werkloze arbeider was afhankelijk van de armenzorg van rijken of rijke burgers.
*in 1889 kwam er toch een wet, vrouwen mochten nu 11 uur per dag werken.
*het ergste wat een arbeider kon overkomen was ziekte of werkloosheid.
*arbeiders richtte soms onderlinge verzekeringen op tegen de gevolgen van ziekte en werkeloosheid te beschermen.
*vanwege de hoge kindersterfte waren er ook verzekeringen om begrafenissen te kunnen betalen.
wauw, goed hé..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten